BTW berekenen

BTW berekenen, hoe doe je dat?

Op bijna alles wat we kopen wordt een bedrag aan belasting berekend. Dit noemen we in Nederland BTW. Er zijn een aantal verschillende tarieven die berekend worden bij verschillende producten die we zo aan u laten zien. Daarnaast gaan we ook aan u vertellen hoe BTW berekenen werkt zodat je in de winkel niet voor verassingen komt te staan. Vervolgens gaan we ook nog kijken waar BTW voor is en waar de overheid het bedrag aan BTW wat berekend wordt over jouw producten voor gebeukt. Op die manier weet je precies wat BTW is, hoe deze berekend wordt en waarom er BTW betaalt wordt over verschillende producten.

Wat is BTW precies?

Eerst gaan we kijken wat BTW precies is. De afkorting staat namelijk voor belasting over de toegevoegde waarde waarbij de eerste letters voor belasting, toegevoegde en waarde gezamenlijk dus de afkorting BTW vormen. BTW is dus ook een vorm van belasting. Er zijn een aantal verschillende vormen van belasting waarbij inkomstenbelasting en erfbelasting bijvoorbeeld ook bekende soorten zijn. Ook omzetbelasting is natuurlijk een vrij bekende vorm van belasting en BTW is dan ook een vorm van omzetbelasting. Deze vorm van belasting wordt berekend door de belastingdienst zodat de ondernemer vervolgens weet welk bedrag hij moet berekenen wat vervolgens als omzetbelasting betaald moet worden. Uiteindelijk is het dus ook de consument die deze vorm van belasting betaald. Toch is het niet zo dat de ondernemer dit bedrag vervolgens zelf mag houden of gebruiken. Hij is verplicht om dit af te staan aan de Belastingdienst en zal hierover uitleg moeten geven bij de jaarlijkse aangifte van de inkomstenbelasting.

Verschillende BTW tarieven

Er zijn dus verschillende tarieven waarover BTW wordt berekend. Welk tarief wordt berekend heeft te maken met in welke categorie deze valt. Allereerst zijn er drie verschillende categorieën waarbij een percentage berekend wordt. Dit zijn 21%, 9% en 0% en daarnaast is het nog zo dat sommige producten vrijgesteld zijn van BTW. Onder deze categorie valt bijvoorbeeld de gezondheidszorg, maar ook kinderopvang en onderwijs.

Vervolgens is de categorie 0% aan de beurt. Dat houdt in dat je hierover geen BTW hoeft te berekenen, maar je kunt deze bedragen wel aftrekken bij de voorbelasting. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om handel met het buitenland.

De volgende categorie is de categorie van 9%. Het bekendste wat in deze categorie valt is natuurlijk voeding. Wanneer je in de winkel voedsel koopt, betaal je hier het lagere btw tarief voor dan wanneer je non food artikelen koopt. Hetzelfde geldt ook voor onderwijsartikelen zoals bijvoorbeeld boeken, geneesmiddelen en hulpmiddelen en ook kunst en water. Voor deze producten betaal je dus nooit meer dan 9 procent aan BTW.

De laatste categorie is de 21% categorie en dit is dan ook de grootste categorie. Dat komt omdat alles wat niet in een van de eerdere categorie voorkomt in deze categorie hoort. Hierbij kun je dus denken aan kleding en sieraden, speelgoed en games en alle andere producten die je in de winkel koopt en die dus niet onder een van de eerdere categorieën vallen.

BTW berekenen, hoe doe je dat?

Vervolgens gaan we nog bekijken hoe je gemakkelijk de BTW kunt berekenen zodat je niet voor verrassingen komt te staan. Wanneer je een rekenmachine bij je hebt, is dat het makkelijkst omdat je dan heel makkelijk het totaalbedrag intypt en vervolgens vermenigvuldigd met 1,09, of 1,21. Bij 9 procent gebruik je dus 1,09 en bij 21 procent gebruik je 1,21. Is het bedrag 100 euro en komt er 9 procent btw bovenop dan typ je dus in: 100 X 1,09. Je komt dan uit op 109. Mocht je geen rekenmachine bij je hebben en kun je goed hoofdrekenen dan werkt deze methode natuurlijk alsnog. Je kunt dan ook de volgende som gebruiken: het totaalbedrag gedeeld door 100 en vervolgens vermenigvuldigen met 9 of 21. De uitkomst hiervan tel je dan weer op bij het bedrag. We nemen als voorbeeld het bedrag 100 en 21 procent BTW. Je doet dus 100 gedeeld door 100 en dat is 1. Dit vermenigvuldig je met 21 waardoor je dus ook op 21 uitkomt en 100 plus 21 is 121. Beide zijn goede methoden voor berekeningen.